Jan Groenendijk analyseert zijn aspirantentitel van 2014

Jan Groenendijk – Thijs Verboon, NK Aspiranten 2014
Door: Jan Groenendijk

In de 6e ronde van het NK Aspiranten vorig jaar speelde ik tegen Thijs Verboon, zie het diagram (zwart aan zet). Dit was een van de partijen van dat – voor mij zeer geslaagde – kampioenschap waar ik erg tevreden over was.

In de diagramstand bovenaan is te zien dat zwart een beetje een log centrumblokje heeft; reden voor mij om te proberen een centrumomsingeling op te zetten. Mijn volgende 3 zetten zijn gericht op deze omsingeling. 25…20-25 26. 40-34* 4-9 27. 31-27 9-14 28. 33-29 8-12. Wit ligt ondertussen al aardig om het zwarte centrum heen, en kan nu bijvoorbeeld gaan kijken naar een kettingstelling via veld 28. Thijs heeft echter ook niet stilgezeten en heeft een sterke middenpiramide opgebouwd, waarmee hij bijvoorbeeld met een uitval naar veld 28 de witte plannen kan verstoren. 29. 38-33 2-8 30. 48-43. Door zwarts laatste zet moet hij vanaf nu ook waken voor de open velden 7 en 9; veld 18 is een kwetsbaar punt. 30…14-20 31.43-38. Wit dreigt nu met de fraaie combinatie 32. 27-22! 17x28 (op 18x27 winnen zelfs beide manieren van slaan) 33. 33x22 18x27 34. 29x9! 03x14 35. 32x21 16x27 36. 30-24! 20x40 37. 39-34 40x29 38. 38-32 27x38 39. 42x2 met winst. Jammer genoeg is er geen enkele zet waarmee zwart hierin kan lopen… 31…20-24(?)32. 29x20 25x14 33. 33-29! (zie diagram helemaal linksonder).

Wellicht dacht zwart de witte omknelling wat af te laten nemen door schijf 29 af te ruilen; wit moet immers veld 29 opnieuw bezetten en dan kan zwart misschien een keer gaan kijken naar de uitval met 23-28 32x23 19x28. Daarnaast lijkt de witte stand nogal ‘fragiel’ tegenover het sterke zwarte centrumblok.

Maar in werkelijkheid is het echter zo dat de terugruil met 20-24 wit juist in de kaart heeft gespeeld! Zwart geeft het controlepunt op 25 uit handen en ondertussen kan wit vrolijk doorgaan met de omsingeling van het zwarte centrum.

Maar is de zwarte opstoot met 33…23-28 34. 32x23 19x28 dan geen probleem? Nee. In tegendeel zelfs: daarna staat wit al zo goed als gewonnen!

33….23-28? 34. 32x23 19x28 35. 38-33!! Zwart lijkt nu simpel te kunnen winnen door 17-21? 36.33x22 21x41, maar dan komt hij – mede door het open veld 9! – bedrogen uit: 37. 39-33! 18x27 38. 42-37 41x32 39. 33-28 32x23 40. 29x20 met een winnende doorbraak!

Deze essentiële manoeuvre maakt dat zwart na 33…23-28 34. 32x23 19x28 35.38-33! gedwongen is het gat op 22 te dichten, want als hij laat slaan komt altijd 37. 37-31 en 38. 27-21/22 met winst. Maar ook na 35…17-22 staat zwart erg slecht: wit speelt sterk 36. 37-31! en door de ontbrekende controle op beide vleugels zal zwart binnen de kortste keren een schijf moeten inleveren! In de partij leek Thijs zo aangeslagen van dit alles, dat hij niet meer in staat was zich te verweren tegen de dreigende omknelling. Na 33. 33-29! volgde er 17-22 34. 47-41 22x31 35. 36x27 12-17 36. 38-333-9? Na deze zet is het definitief voorbij. Opvallend genoeg kon zwart zich nog taai verdedigen met 36…17-22 37. 41-36 22x31 38. 36x27 8-12!

Wit lijkt nu de kroon op zijn werk te kunnen zetten met 39. 33-28!?, maar zwart speelt heel koelbloedig 14-20!! (zie diagram helemaal rechtsonder) en hij is uit de problemen!

Een aantal mogelijkheden:

- 40. 30-24(?) 19x30 41. 28x17 11x31 42. 34x14 6-11! 43. 37x26 3-9! 44. 14x3 11-17 45. 3x21 16x47!=
- 40. 39-33(?) 20-24! 41. 29x20 23-29! 42. 34x14 13-19 43. 14x23 18x47=
- 40. 49-43 19-24! 41. 28x17 24x44 42. 43-39(!) 11x31 43. 39x50=
- 40. 49-44 3-8! (dreigt 19-24!) 41. 30-25 12-17 42.25x14 19x10 43.28x19 13x33 44.39x28 17-22 etc. = Met de partijzet 36…3-9? bouwde Thijs de formatie 18/13/9 op, waarmee hij denk ik met de ruil 18-22 wilde proberen te werken; met één thematische zet wordt zwart echter alle tegenstand uit handen geslagen. 37. 29-24! Zwart kan geen kant meer op. Er volgde nog 37…8-12 38. 33-28! En vanwege het dodelijke 39. 30-25+ gaf zwart het op.

De volledige partij met daaronder de laatste twee diagrammen: