Tien vragen aan..

1: Wanneer, waar en waarom ben je gaan dammen?

In 2009 via mijn broer Yasar die al damde bij damclub Den Haag. Ook deden we veel aan dammen op onze school.

2: Van wie krijg je training? Kost dat veel tijd? 

Eerst van Jan Kok, daarna een tijd van Hans Giphart en het laatste jaar van Jeroen Kos. Ook van diverse trainers van de centrale training.

Ik ben wel 15 uur per week met dammen bezig.

3:  Denk je dat je heel goed kan worden? Zo ja: ben je bereid om er heel véél voor te doen om de top te bereiken?

Tsja, wat is heel goed. Ik ben wel benieuwd hoever ik kan komen en ik wil daar heel veel voor doen.

4: Wie is je voorbeeld en waarom?

Martijn van IJzendoorn is mijn voorbeeld, hij heeft al heel veel bereikt en doet het ook op school heel goed.

5: Ben je al voor dammen (veel) in het buitenland geweest?

Ja, al in verschillende landen zoals Polen, Wit Rusland, Letland en Oekraïne.Zou mooi zijn om nog een keer in landen als Brazilië en China  te spelen.

6: Op welke school zit je? Mooie cijfers of  doe je meer aan dammen dan aan je huiswerk?

Ik zit op basisschool de Ark in Den Haag en speel dus eigenlijk een thuiswedstrijd hier!

Ik zit in groep 8 en het gaat prima op school en mijn ouders zijn ook wel tevreden over mijn cijferlijsten.

7: Huil je wel eens als je verliest? Of?

Vroeger toen ik klein was huilde ik wel en ik heb mij ook wel eens even opgesloten in de wc, zo boos was ik op mijzelf. Maar nu niet meer hoor, af en toe verliezen hoort er gewoon bij.

8: Wie wordt er kampioen en waarom?

Nou er zijn best veel kanshebbers naast Akosh en ik moeten we ook rekening houden met de meiden, die zijn echt sterk geworden. Ik hoop wel in de prijzen te vallen en stiekem hoop ik natuurlijk om kampioen te worden…

9: Heb je nog meer hobby´s? 

Naast dammen doe ik ook aan schaken en vind gitaarspelen erg leuk en heb daar ook les in.Ik heb ook een tijdje op korfbal gezeten, maar had eigenlijk geen tijd (en zin) meer om daarvoor te trainen.

10: Welke vraag zou jij nog hebben gesteld?   

Wat zijn jouw beste prestaties?

Ik ben een paar keer schooldamkampioen van Den Haag geweest, ben kampioen van Nederland bij de Benjamins en bij de welpen geweest. In het EK welpen heb ik een keer het podium gehaald, een mooie derde plaats. In de onderlinge competitie heb ik in 2012 gewonnen van Frits Luteijn, ik stond wel erg slecht maar er zat ineens een mooie slagzet in en die was direct winnend. Deze overwinning heeft me wel veel zelfvertrouwen gegeven.

Tien vragen aan Nicole de Vries:

1: Wanneer, waar en waarom ben je gaan dammen?

M’n opa en vader zijn allebei dammers. Ik kreeg het dus zeg maar met de paplepel ingegoten. Ik snapte het eerst niet goed en ben toen mijn eigen regels maar gaan instellen. Inderdaad ik kan soms knap eigenwijs zijn. Op m’n zevende is het pas echt begonnen. Het ging toen steeds beter, ik ging steeds meer van het spel begrijpen. Ook kreeg ik succes en dat helpt natuurlijk.

2: Van wie krijg je training? Kost dat veel tijd?

Zainal Palmans is mijn trainer en papa helpt me soms met het oplossen van probleempjes. Op maandag is er clubavond en op vrijdag jeugdtraining. Als er op zondag ook nog eens groepstraining is, ben ik die week 14,5 uur met dammen bezig. Want thuis speel ik ook op internet en ben bezig voor mijn Roozenburg-diploma.

3:  Denk je dat je heel goed kan worden? Zo ja, ben je bereid om er heel véél voor te doen om de top te bereiken?

Als ik zo door blijf gaan, dan kan ik ver komen. Mijn opzet is net zo goed als mijn vader te worden. Ja, ik ben bereid daar veel voor te doen. Op dinsdag wil ik soms wel eens gaan buitenspelen. Maar dan denk ik toch: eerst dammen, dat gaat voor.

4: Wie is je voorbeeld en waarom?

Die heb ik niet echt.

5: Ben je al voor dammen (veel) in het buitenland geweest?

In 2013 werd ik in Polen zevende op het EK meisjes welpen, mijn beste resultaat. Op het WK dat jaar in Wit-Rusland werd ik zestiende. In 2014 eindigde ik bij de meisjes pupullen samen met Suzanne (Staal) in de middenmoot: gedeelde zeventiende van de dertig. Op het WK in Tallinn werd ik twintigste. Daarna ben ik, vind ik zelf, heel erg vooruit gegaan.. Als ik nu mijn partijen van Estland bekijk dan vraag ik me geregeld af: hoe kon ik dat nou spelen...

6: Op welke school zit je? Mooie cijfers of  doe je meer aan dammen dan aan je huiswerk?

Ik zit nu in groep acht. Haal meestal hoge cijfers. Huiswerk hebben we niet maar wel leerwerk. Wel, ik sla vaak snel dingen in mijn geheugen op. Daardoor hou ik voldoende tijd over om te dammen. na de zomer ga ik naar het gymnasium.  Ik heb met mezelf afgesproken dat de school dan wel vóór gaat.  Dus eerst het huiswerk en dan het dammen.

7: Huil je wel eens als je verliest? Of? 

Soms wel. Zo heb ik twee keer tegen hetzelfde Poolse meisje gewonnen gestaan maar beide keren toch op het eind nog verloren. Ik was niet boos op mezelf maar baalde wel echt heel erg en moest even uithuilen. Nee, dan maakt het me echt niet uit of iedereen dat ziet.

8: Wie wordt er kampioen en waarom?

Berke is sowieso favoriet en ook Akosh en ik ook naar ik hoop kunnen kampioen worden. Tot nu toe ben ik in elk geval tevreden.

9: Heb je nog meer hobby´s?

Ja, paardrijden.

10: Welke vraag zou jij nog hebben gesteld?

We hebben het belangrijkste wel gehad. 

Tien vragen aan Simon Harmsma:

Simon  is de benjamin van het NK pupillen maar heeft al duidelijk doelen in zijn (dam)leven  gesteld. In de vierde ronde won de tienjarige Culemborger eindelijk zijn eerste partij en was zichtbaar trots op de lokzet waarmee hij succes had. 

1: Wanneer, waar en waarom ben je gaan dammen?

Twee jaar geleden heeft mijn vader me het geleerd. Ik vond het best leuk en toen ik een paar maanden later vierde werd op het NK Benjamins ben ik op de club (Denk en Zet Culemborg) gegaan.

2: Van wie krijg je training? Kost dat veel tijd?

Ik krijg op woensdag of anders op vrijdag training van Robert-Jan van den Akker en Henk Stoop. Ook zit ik met jongens als Akosh op de Centrale Pupillen Training van Alex Mathijssen. Ook speel ik thuis wel eens met mijn vader en geeft hij me veel tips. Ik denk dat per week gemiddeld zo’n vijf, zes uur met dammen bezig ben.

3:  Denk je dat je heel goed kan worden? Zo ja, ben je bereid om er heel véél voor te doen om de top te bereiken?

Ja, ik denk dat ik heel goed kan worden en daar wil ik best veel voor doen. Ten slotte heb ik me als welp nu al kunnen plaatsen voor de pupillenfinale. Als ik straks op de middelbare school zit, wil ik wel eerst snel m’n huiswerk doen maar wil daarna wel de nodige uren gaan besteden aan dammen.

4: Wie is je voorbeeld en waarom?

Mijn vader. Hij speelt bij DEZ in de ereklasse en heeft een rating van 1415. Ik wil het liefst nog beter worden dan hij. Of dat gaat lukken? Ik denk, ik hoop het wel.

5: Ben je al voor dammen (veel) in het buitenland geweest?

Nog niet maar ik hoop dat het dit jaar gaat lukken. Ik kan me plaatsen via de pupillen maar doe dat liever volgende week bij de welpen. Daar heb ik meer kans. 'k Ben ook eerste geworden in de halve finale. Bovendien heb ik straks nog drie jaar de gelegenheid om me via de pupillen voor het EK en WK te plaatsen.

6: Op welke school zit je? Mooie cijfers of  doe je meer aan dammen dan aan je huiswerk?

Ik zit in groep 6. Ik haal goede cijfers en huiswerk hebben we nog niet. Als we vrij spelen hebben, leer ik de andere kinderen dammen. Maar verder doen we er helaas op school niets aan.

7: Huil je wel eens als je verliest? Of?  

De laatste keer was twee jaar geleden op het NK benjamins. Ik verloor de laatste partij en had daardoor geen prijs. Toen heb ik bij mijn moeder wel even uitgehuild. Wel baal ik af en toe flink als ik verlies. Soms vind ik dat niet erg als mijn tegenstander gewoon beter is geweest.

8: Wie wordt er kampioen en waarom?

Ik hoop ik, maar eerlijk gezegd zal het wel Berke of Nicole worden. Die hebben allebei een rating van boven de 800 en zijn ook de beste van het stel.

9: Heb je nog meer hobby´s?

Ja, atletiek, hardlopen en verspringen. Voetbal is ook leuk maar die trainingen vind ik oersaai.

10: Welke vraag zou jij nog hebben gesteld? 

Geen idee.

Tien vragen aan Luc de Kruijf:

Hij logeert samen met zijn plaatsgenoot (Oud-Alblas) Thomas Mouthaan in de Haagse Vogelwijk bij mevrouw Lewis. In dit opzicht treden zij in de voetsporen van Iser Koeperman en Alexander Schwarzman want dat was het vaste logeeradres van beide oud-wereldkampioenen als zij in de periode 1996-2010 van de partij waren op het jaarlijkse internationale zomerdamtoernooi The Hague Open.In de vijfde ronde ontsnapte hij miraculeus aan verlies tegen Thomas waardoor beiden de laatste plaats konden verlaten. Luc: ‘Ik kwam twee schijven achter en had wel het idee dat ik ging verliezen. Ik ging maar door en kon opeens nog een twee-om-twee naar dam nemen. Ik voelde me misselijk en had een beetje hoofdpijn. Daardoor bood ik remise aan wat hij aannam. Daar was ik heel blij mee’.

1: Wanneer, waar en waarom ben je gaan dammen?

Drie jaar geleden liet een leraar op mijn school partijtjes spelen. Zo is het begonnen. Gijs, het broertje van Thomas, zit bij mij in de klas en ging dammen bij Verhaar Montage DVA in Alblasserdam. Ik ben toen ik 2013 een keer met hem meegegaan en vond het meteen erg leuk. 

2: Van wie krijg je training? Kost dat veel tijd?

Ik krijg training van Ruben Groenendijk en Marcel van der Most. Ik ben nu voor het Wiersma-diploma bezig en heb al veel nieuwe dingen geleerd. Op vrijdagavond maak ik eerst een half uur opgaven uit een boek en dan spelen we nog een half uur een partijtje waarbij de trainers het een en ander uitleggen. Thuis wil ik nog wel eens op internet een potje dammen en los ik de probleempjes in Het Damspel op. Verder soms op zaterdag een toernooi en spelen Gijs en ik af en toe bij mij thuis een lange partij. Met m’n vader en moeder dam ik ook wel eens. Ik win niet altijd maar dat komt dan doordat ik niet oplet.

3:  Denk je dat je heel goed kan worden? Zo ja: ben je bereid om er heel véél voor te doen om de top te bereiken?

Nederlands kampioen zit er voor mij niet in., denk ik. Ik probeer wel steeds beter te worden en doe er wel wat voor. Maar ik vind het een beetje moeilijk inschatten hoe goed ik kan worden. Ik heb hier nu, na mijn zesde plaats in de halve finale in Culemborg, een keuzeplaats. Ik had niet verwacht op het podium te komen maar dat ik onderin sta, vind ik echter ook maar niks. Het is wel zwaar, er zijn hier zoveel goeien. Je moet ook zoveel nadenken. Ik heb moeite met lange partijen. Die vind ik lastig want ik ben vooral sneldammen gewend op toernooitjes in de omgeving. 

4: Wie is je voorbeeld en waarom?

Heb ik niet.

5: Ben je al voor dammen (veel) in het buitenland geweest?

Nog niet, maar het lijkt me wel leuk

6: Op welke school zit je? Mooie cijfers of  doe je meer aan dammen dan aan je huiswerk?

In groep 8 van de cbs Groen van Prinsterer. We zitten met ons viertal in de finale van het Nederlandse schooldamkampioenschap.  Ik haal goede cijfers; huiswerk hebben we niet. maar dat gaat straks wel altijd bij mij voor. Ik ga dan naar het vwo in Rotterdam. Elke dag twee keer een uurtje fietsen, gezond toch…

7: Huil je wel eens als je verliest? Of?

Nee. Soms baal ik wel na een nederlaag maar huilen doe ik niet. Het moet wel leuk blijven. 

8: Wie wordt er kampioen en waarom?

Berke! Hij was vorig jaar al derde, hij speelt goed en heeft de meeste punten.

9: Heb je nog meer hobby´s? 

Ja, voetbal al zit ik niet op een club en ik heb orgelles.

10: Welke vraag zou jij nog hebben gesteld?   

Geen idee.

Tien vragen aan Akosh Kardos:

Hij is een mooie dammer en het zoveelste talent van de befaamde WSDV-jeugdopleiding. Hij is op het NK pupillen ook een van de weinig dammers die met een duidelijk doel voor ogen te werk gaan. De elfjarige Wageninger  begon ijzersterk maar werd in de derde ronde een halt toegeroepen door Nicole de Vries in wat wel dé partij van het toernooi zal blijken te zijn. Een ronde later ging hij ook onderuit tegen Machiel Weistra en dat was wel even slikken. ‘Nicole was gewoon beter maar tegen Machiel stond ik erg goed op het moment dat ik in dat zetje liep’. Akosh rechtte echter de rug, won twee partijen en vermorste alleen nog onnodig een punt tegen Rudi van Velzen. Zijn doel – een plaats bij de eerste vijf en plaatsing voor het WK in Beilen – is daardoor weer binnen handbereik.

1: Wanneer, waar en waarom ben je gaan dammen?

Tijdens een vakantie op Sardinië 4,5 jaar geleden heb ik van de hoteleigenaar Italiaans dammen geleerd. Op school deden we aan gewoon dammen. Na de Wageningse schooldamkampioenschappen kreeg ik tien gratis damlessen bij WSDV. Ik verloor eerst bijna alles maar vond het toch wel leuk. Daardoor begon ik meer te oefenen en ging het steeds beter.

2: Van wie krijg je training? Kost dat veel tijd?

Eerst van Gerard Zijlema en sinds anderhalf jaar krijg ik op donderdagavond extra les van Ester van Muijen, die op vrijdag met Marcel Monteba ook de groepstraining doet. Ook zit ik op de CPT van Alex Mathijssen. Thuis speel ik heel veel op PlayOK en ben ik bezig met het Roozenburg-werkboek wat nogal zwaar is. En dan op zaterdag de nodige toernooien. Ook heb ik met WSDV/Heteren meegedaan in de bondscompetitie. Negen uit negen gescoord, best goed. Fijn om ook eens tegen volwassenen te spelen. Daar kan je wat van leren. Ik speel liever tegen sterken dan tegen zwakken. Het WK is straks belangrijk voor mij en dan wil ik er wel staan en moet ik dus goed hebben geoefend. O ja, ik denk dat ik zo’n vijftien uur per week aan dammen besteed.

3:  Denk je dat je heel goed kan worden? Zo ja: ben je bereid om er heel véél voor te doen om de top te bereiken?

Ja. Ik hoop later in de ereklasse te kunnen spelen en ook op het WK senioren, net als Jan Groenendijk. Daar wil ik best een heleboel voor doen.

4: Wie is je voorbeeld en waarom?

Jan Groenendijk dus. Hij speelt nu al met de grootmeesters mee, damt ook in mijn club en heeft de hoogste rating van iedereen. Hij is pas zestien jaar en dan al zo goed.

5: Ben je al voor dammen (veel) in het buitenland geweest?

Ja, vorig jaar werd ik vijftiende van de 24 op het EK in Wit-Rusland en elfde van de 28 op het WK in Estland.

6: Op welke school zit je? Mooie cijfers of  doe je meer aan dammen dan aan je huiswerk?

In groep zeven van de Piekschool. Ik heb voor bijna alle vakken het hoogste cijfer, alleen niet voor Engels. de les is saai en we gebruiken en enorm saai kleuterboek. Straks wil ik naar het VWO. Dan heeft het huiswerk wel voorrang maar ga ik wel meteen daarna dammen.

7: Huil je wel eens als je verliest? Of?

Ik huil niet zo vaak. Alleen als ik beter sta en het dan helemaal verpruts en daardoor niet op het erepodium beland.  De laatste keer dat ik heb gehuild. Een klein beetje na m’n nederlaag tegen Machiel, maar dat waren maar een paar tranen hoor.

8: Wie wordt er kampioen en waarom?

Berke. Hij weet het meeste, is een groot talent en heeft ook de meeste ervaring. Zelf ben ik pas eerstejaars. Het is ook m’n eerste NK dat ik zo lang moet spelen. Op het EK en WK hadden we veel meer en langere pauzes.

9: Heb je nog meer hobby´s? 

Ik zit niet op een club maar ik doe met m’n vriendjes wel veel aan darten en voetballen.

10: Welke vraag zou jij nog hebben gesteld?   

We hebben alles wel gehad.

Toegevoegd op: 06-05-2015 12:29 door Stichting The Hague Open